Wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels

HOOFDSTUK I. MODERNISERING EN VEREENVOUDIGING VAN DE ADMINISTRATIEVE VERPLICHTINGEN

Artikel 37.

§1. De Koning kan, bij een in Ministerraad overlegd besluit, wijzigingen aanbrengen inzake de in het kader van het koninklijk besluit n°5 van 23 oktober 1978 betreffende het bijhouden van de sociale documenten en in het kader van diverse arbeidsrechtelijke wetgevingen, bij te houden documenten door de werkgever.

§2. De Koning kan bij een in Ministerraad overlegd besluit, wijzigingen aanbrengen ter harmonisering en vereenvoudiging van de documenten die door de zelfstandigen bijgehouden dienen te worden in het kader van het sociaal statuut der zelfstandigen, alsook het aantal documenten verminderen.

Art. 38.

De Koning kan, bij een in Ministerraad overlegd besluit, wijzigingen aanbrengen inzake de wijze van de inzameling van de gegevens nodig voor de toepassing van de sociale zekerheid en de fiscaliteit bij de werkgevers en de sociaal verzekerden, waarbij het beheer van de gegevens gebeurt overeenkomstig de bepalingen van de wet van 15 januari 1990 houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de sociale zekerheid.

De Koning kan, bij een in Ministerraad overlegd besluit, alle nuttige maatregelen nemen om de elektronische inzameling en de kwaliteit van de gegevens te bevorderen en te regelen.

Art. 39.

Zonder de algemene draagwijdte van de regelgeving van de verschillende regelingen te wijzigen kan de Koning, bij een in Ministerraad overlegd besluit, teneinde de inzameling en de verwerking van de gegevens nodig voor de toepassing van de sociale zekerheid, de arbeidswetgeving en de fiscaliteit te vereenvoudigen, een harmonisatie doorvoeren van sommige basisbegrippen, het toepassingsgebied, de toekenninsvoorwaarden en de berekeningswijze in de sociale zekerheid, de arbeidswetgeving en de fiscaliteit.

Art. 40.

De Koning kan, bij een in Ministerraad overlegd besluit, de regels vastleggen volgens welke gegevens beschikbaar bij de sociale zekerheidsinstellingen en het Rijksregister via de Kruispuntbank ter beschikking worden gesteld van de instellingen van sociale zekerheid en de fiscale administratie in zoverre zij deze gegevens nodig hebben voor de de uitvoering van de taken waarmee zij door of krachtens de wet belast zijn.

Art. 41.

De Koning kan, bij een in Ministerraad overlegd besluit, alle nuttige maatregelen treffen met het oog op de veralgemening en het gebruik van een sociale identiteitskaart, waarop het identificatienummer van de sociale zekerheid, dat de sociaal verzekerde op een ondubbelzinnige wijze identificeert, vermeld wordt en ten aanzien van de wijze waarop deze kaart in het kader van de toepassing van de sociale zekerheid en het arbeidsrecht de sociaal verzekerde in staat stelt zijn rechten te laten gelden en de verplichtingen na te komen.

De Koning kan, bij een in Ministerraad overlegd besluit, alle nuttige maatregelen treffen om de kwaliteit van de gegevens vermeld op deze kaart te waarborgen.

Art. 42.

De Koning kan, bij een in Ministerraad overlegd besluit, bepalen onder welke voorwaarden en modaliteiten de instellingen van sociale zekerheid bedoeld in artikel 2, eerste lid, 1° en 2°, van de wet van 15 januari 1990 houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de sociale zekerheid kunnen samenwerken met het oog op het uitvoeren van hun informatiebeheer.